Leren improviseren voor zangers

Als zanger zing je vaak vast omlijnde stukken. De tekst is van tevoren al bepaald, de toonhoogte, het tempo, vaak wordt er zelfs al een bepaalde klankkleur van je verwacht. Soms laten stukken weinig ruimte over voor eigen interpretatie en creativiteit. Maar luister je bijvoorbeeld naar jazzmuziek of ga je naar live optredens, dan zie je vaak dat zangers gaan improviseren op een bestaand muziekstuk. Of ze gaan juist lekker ‘jammen’, zonder dat van tevoren vast ligt wat ze gaan doen. Dit kan heel verrassend en uitdagend zijn.

Maar hoe begin je nu met improviseren? Het kan best ‘eng’ zijn om daar mee te beginnen en veel mensen weten hier niet zo goed raad mee. Je krijgt ineens veel vrijheid als zanger, maar welke handvatten heb je? Als je kijkt naar de ingredïenten waaruit muziek bestaat, kun je deze verdelen in:

• KLANK
-Duur (kort/lang)
-Hoogte (hoog/laag)
-Sterkte (hard/zacht)
-Kleur (donker / licht, aantal stemmen/instrumenten)

• VORM
-Variatie
-Contrast
-Herhaling

• BETEKENIS
-Stemmingsschildering
-Toonsymboliek
-Toonschildering

 

Als zanger kun je spelen met deze aspecten door er verandering in aan te brengen.

Een hulpmiddel om te leren improviseren, kan grafische notatie zijn. Hierbij gebruik je geen notenschrift maar tekeningen, die je vervolgens in klank of een bepaald ritme kunt omzetten. Zo kun je bijvoorbeeld de toonhoogte van een stuk in beeld brengen, of de toonduur. Je kunt stukken herhalen door een bepaalde tekening terug te laten komen of juist variëren in de beelden. Een geweldig voorbeeld hiervan is het stuk ‘Stripsody’ van Cathy Berberian.

Probeer de grafische notatie die je hiernaast ziet maar eens in klank om te zetten. Wanneer je zelf klanktekeningen maakt, kan het ook leuk zijn om met verschillende kleuren te werken. Kleuren kunnen namelijk een bepaalde sfeer oproepen en het is boeiend te onderzoeken hoe je deze kunt vertalen naar geluiden met de stem. Het leuke van grafische notatie, is dat je wel een soort richtlijn hebt maar helemaal vrij bent in hoe je de tekeningen in geluid omzet. 1 tekening kan door verschillende personen op verschillende manieren worden uitgevoerd. Uiteindelijk heb je de klanktekeningen natuurlijk niet meer nodig, en kun je ook improviseren zonder beelden erbij.

Ook kun je werken vanuit een klankgedicht. Hierbij staat de tekst wel vast, maar ben je vrij in de uitvoering. Experimenteer maar eens met het klankgedicht hiernaast, van H.N. Werkman. Of schrijf je eigen klankgedicht in jabbertalk (onzin taal). In het begin zal het even onwennig voelen, maar hoe vaker je het doet, des te meer plezier je erin zult krijgen!

Soms kan het helpen om er een instrument bij te nemen, zodat je een uitgangspunt hebt voor de toonhoogte. Je kunt bijvoorbeeld gebruik maken van het geluid van het Indiase instrument ‘de tanpura’ of een shrutibox. Deze instrumenten leggen een grondtoon neer, waarover je als zanger makkelijk kunt leren improviseren.

De belangrijkste tip bij improviseren:

Wees niet bang om ‘gek te doen’ of jezelf even te laten gaan. Je zult versteld staan van de creativiteit die er mag komen, juist als je even niet nadenkt en durft te experimenteren. Je zult steeds meer verschillende facetten ontdekken van je stem en haar mogelijkheden leren kennen!